Kajakken in ondergrondse wereld van Mount Peca
We staan vroeg op. Om kwart over 8 zitten we in de auto, op weg naar de Mežica-mijn in Mount Peca. Tweederde van de berg ligt in Oostenrijk en een derde in Slovenië. We rijden naar het Sloveense gedeelte van de berg, 110 km vanaf ons appartement. Voor ons toch wel bijna 2 uur rijden. De route gaat door de binnenlanden, door allerlei slapende Sloveense dorpen. Na Sostanj rijden we de bergen in. Slingerend rijden we eenzaam omhoog. Tegenliggers zijn er nauwelijks. Al gauw ziet onze wildlife spotter Mark een paar hertjes langs de kant. Door flarden mist dalen we weer af.
In Mount Peca ligt een oude lood- en zinkmijn. De Mežica-mijn is in 1994 gesloten. In de 350 jaar dat de mijn gebruikt is, werden honderden kilometers tunnels gegraven en 19 miljoen ton erts opgegraven. 700 meter onder de grond liggen gigantische opgravingsgebieden, tunnels en ruime ondergrondse kamers. Sinds 1997 is de mijn een toeristische attractie. Het is mogelijk om met de mountainbike 8 kilometer door de tunnels op 500 meter onder de grond door de berg Peca te rijden. Wij kiezen echter voor de kayak. Toen de Mezica-mijn gesloten was, werd het water in de mijn niet langer afgevoerd, dus stroomde het de loopgraven in, waardoor een aaneengesloten meer ontstond.
Ruim op tijd zijn we bij het Glančnik Informatiecentrum. We krijgen een helm met een lamp. Eerst stappen we aan boord van een originele mijntrein. 3,5 kilometer en 15 minuten lang schudden we heen en weer in kleine houten karretjes voor maximaal 8 personen op 4 smalle bankjes zonder ramen. Als we de lampen uitdoen, is het hartstikke donker. We stoppen bij de Union Slope Tunnel, op de 8e verdieping van de berg.
Via trappen dalen we nog 91 meter dieper, naar de 11e verdieping. Van de gids krijgen we een waadbroek en een zwemvest. Opnieuw pakken we de trap, met een waadbroek en veel te grote laarzen nog een hele onderneming. Op de 12e verdieping stappen we in het water. Op sommige gedeeltes staat het water laag, op de meeste gedeeltes wel ruim boven de knieën. Het lampje verlicht de tunnels enigszins. Maar een volledig beslagen bril, door de inspanningen, zorgt weer voor weinig zicht. Na een paar tunnels waden komen we bij de kayakken. De gids vraagt ons om de kayak ook mee te nemen. Drijvend op het water lukt wel, maar tillend over een meter hoge waterbarricade? Dat staat allemaal niet in de brochure. Waarom we warme kleding nodig hebben? Geen idee, in zwemkleding hadden we het nog warm gehad na alle trappen, waden door het water en tillen van de kayak.
Inmiddels zitten we op 700 meter onder het aardoppervlak en kunnen we gaan kayakken. We zijn in een ondergronds doolhof van ondergelopen tunnels. We krijgen 40 minuten om zelf het doolhof te verkennen. Eerst nog een beetje onwennig, maar al gauw ontdekken we de spelregels van het doolhof. Overal zijn tunnels, maar de meeste tunnels lopen dood. De tunnels zijn smal. Zo smal, dat we de kayak meestal aan het einde niet kunnen keren. Achteruit peddelen is de enige optie. Sommige tunnels zijn ook heel laag. Alleen door te gaan liggen in de kayak, komen we door de tunnel. Alle tunnels komen uit op een klein meer. Van daar kayakken we met de groep terug door een smalle tunnel en een stroomversnelling, waarbij de kayak even volloopt met water.
Het avontuur gaat nog verder. Met een zeiknatte waadbroek gaan we weer naar boven. Bij iedere trede wordt de waadbroek zwaarder en zwaarder. Het wordt steeds moeilijker om de voeten op een volgende trede te krijgen. Trede voor trede hijsen we ons naar boven. Wanneer we omhoog kijken, zien we alleen nog maar meer treden. Maar we komen bij de kleedkamer. We trekken de waadbroek uit.
Nu nog drie verdiepingen naar de kantine. De gids neemt een andere route dan op de heenweg. Niet een hele lange, steile trap, maar langs allerlei verlaten ondergrondse werklocaties, over steile paden en tientallen traptreden. Ze vertelt over de geschiedenis en methoden van de mijnbouw, de uitrusting die de mijnwerkers in verschillende perioden van de geschiedenis hebben gebruikt, de 14-urige werkdag, de rol van vrouwen en kinderen (al op een leeftijd van 7 jaar) in de mijn. Het verhaal is steeds net lang genoeg om weer even op adem te komen.
In de kantine staat een klassieke mijnwerkerslunch met lokale producten (roggebrood, spek, salami, gerookt vlees en boekweitpap) klaar. We proeven van alle lekkernijen. De trein brengt ons weer terug.
Wat een ontzettend gave belevenis 👍
BeantwoordenVerwijderenHet was echt geweldig.
VerwijderenWat een spannende en leuke ervaring
BeantwoordenVerwijderenHet was zeker spannend. Op de trappen dacht ik af en toe, hoe nu verder. Maar het was geweldig.
VerwijderenWat een bijzondere dag vandaag vonden de jongens ook zeker wel spannend had je geen hoogtevrees met al dat klimmen en dalen
BeantwoordenVerwijderenHoogtevrees, vrees voor mijn knie, vrees voor mijn voet, vrees om te vallen in het water, vrees om het niet te halen, vrees om uit te glijden op de steile hellingen. Haha, een en al vrees maar het was zo ontzettend leuk. Als ik het van te voren had geweten, had ik waarschijnlijk deze geweldige dag gemist.
BeantwoordenVerwijderen