Yellowstone National Park (dag 1)

Via de US-212 rijden we de noordoostelijke ingang van Yellowstone National Park binnen. Yellowstone staat bekend om zijn geologische bijzondere verschijnselen. Gekleurde warme bronnen, zwaveldampen en geisers zijn hier in overvloed te vinden. Een groot deel van het park ligt op de Yellowstone caldera (een ingestorte vulkaan van 75 km bij 45 km). Het park heeft een oppervlakte van 9.000 km2. De 8-vormige Loop Road van 230 kilometer leidt ons drie dagen langs de mooiste plekken van het park.


We rijden eerst weer langs Lamar Valley. De kuddes bizons zijn nog steeds in de vallei. Steeds weer steekt een groep bizons de weg over. Een bizonnstier rolt zich door het zand. De jonge bizons, ook wel red dogs genoemd omdat hun vacht nog roodbruin is, kunnen het tempo nauwelijks bij houden. Een kleine kudde witstaartherten ligt in het gras te genieten van het flauwe zonnetje. In de top van de boom zit een nest met twee arends. We zijn net te laat voor een roedel wolven en beren, die door de vallei trekken. Alleen van de verhalen van andere toeristen kunnen we genieten. Aan het einde van de middag spotten we ook nog een zwangere elk.


Over de North Entrance Road rijden we naar Tower Junction. Daar slaan we linksaf, de Grand Loop Road op. Aan de linkerkant van de weg ligt Tower Fall. Deze waterval is 40 meter hoog en ligt idyllisch tussen diverse pieken van vulkanisch gesteente. Vanaf de weg kunnen we de waterval al zien. Er loopt een wandelpad naar een uitzichtpunt op de waterval. We gaan weer zuidelijker, rijden over de Dunraven Pass en komen langs de Washington Hot Springs Overlook. Na Canyon Village slaan we linksaf de North Rim Drive op. Het is een eenrichtingsweg, die na 6 kilometer weer uitkomt op de Grand Loop Road. De canyon is 32 kilometer lang en 336 meter diep. Ieder jaar wordt de canyon langer en dieper. Hoe verder we de canyon inrijden, hoe kleurrijker de canyon wordt. Door de canyon stroomt de Yellowstone River, die bij twee watervallen, de Lower Falls en de Upper Falls, meters naar beneden valt.

Aan de overkant van de Grand Canyon of Yellowstone ligt,  inderdaad, de South Rim Drive. We steken de Yellowstone River over en willen de auto op Uncle Tom’s Point parkeren. Vanaf de parkeerplaats start de Uncle Tom’s Trail. De Uncle Tom’s Trail is vernoemd naar “Uncle” Tom Richardson, die in het begin van de vorige eeuw bezoekers begeleidde die een stukje in de canyon af wilden dalen. Leuk verzonnen, een stukje in de canyon afdalen. Na een rustige afdaling over geasfalteerde hellingen, eindigt de wandeling met 328 traptreden. Dat betekent straks wel, 328 traptreden omhoog. Maar helaas, de trail is gesloten.
De South Rim Drive is ruim 2 kilometer lang en eindigt bij een grote parkeerplaats, waar het meest bekende uitkijkpunt in de Canyon ligt: Artist Point. We kunnen zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts een heel stuk de kleurrijke canyon in kijken. Gele, witte en rode rotsen steken fel af tegen de groene bomen en de donderende waterval Lower Falls. We begrijpen nu wel waarom het park Yellowstone heet.
In de auto ruiken we dat we dichterbij de zure Mud Volcano Area komen. De geur van zwavel, of eigenlijk meer een rotte-eierenlucht, wijst ons de weg. Eerst komen we langs Sulphur Caldron, een bron met een uitzonderlijke zure pH-waarde van bijna 1.2. De bronnen zijn is grijzig, en borrelen met regelmaat.

We laten de auto staan, steken de weg over. Even verderop ligt Mud Volcano. De Mud Volcano Area is het minst aantrekkelijke gebied als het gaat om kleuren, maar des te indrukwekkender zijn de geuren en de geluiden. We wandelen langs de brullende Dragon’s Mouth en de borrelende Mud Volcano. De wandeling is net iets meer dan een kilometer en loopt langs alle bubbelende, borrelende, gorgelende en spuitende modderplekken van het gebied. De omgeving verandert hier constant. Foto’s van vorig jaar lijken niet op onze foto’s. De vulkaan heeft al een parkeerplek terug gepakt. De stoom komt door het geasfalteerde parkeervak heen en heeft het asfalt al de grond ingetrokken. Langs de weg ligt de Hayden Valley. Ooit was de Hayden Valley gevuld met water van Yellowstone Lake. Hierdoor liggen er zeer fijnkorrelige sedimenten in de vallei die 13.000 jaar geleden nog met een gletsjer was bedekt. De neerslag zakt daarom langzaam weg in de bodem. Het laagst gelegen deel van de vallei is moerasachtig en er groeien weinig bomen. In het drassige gebied leven veel vogels, waaronder pelikanen en trompetzwanen. In het open gebied lopen regelmatig bizons, elanden, coyotes, kleinere zoogdieren en soms zelfs grizzly’s. Om de vallei te beschermen en te voorkomen dat het wild wordt verstoord, is het verboden de wandelpaden te verlaten. Het is nu nog te vroeg om wildlife te spotten. En dan zijn we bij Lake. We hebben voor drie nachten een lodge geboekt, aan Yellowstone Lake. We checken in en pakken onze koffers uit.


Reacties

  1. Wel grappig dat je opeens weer in een heel ander soort gebied bent. Hehe die bizons zijn wel bruut zoals ze daar over steken

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Golden Circle (dag 1)

Onze snorkeltochten op Bonaire

Inscheping