Beartooth Highway

Inmiddels zitten we aan de rand van Yellowstone Nationaal Park, in het plaatsje Cooke City. Een reisdag van 610 kilometers, kaarsrechte wegen, valleien met graan, gras en grazende koeien. Na een overnachting in het plaatsje Laurel rijden we vandaag de Beartooth Highway en de Chief Joseph Scenic Highway.
De Beartooth Highway gaat hoog over de Rocky Mountains. Een paar maanden in het jaar is deze pas maar open. Zelfs in de zomer kan het sneeuwen op de Beartooth Highway. In de zomermaanden is de pas ook gesloten tussen 10 uur ‘s avonds en 8 uur ‘s ochtends. De weg van 109 kilometer begint bij het plaatsje Red Lodge, loopt door de staten Montana en Wyoming, en eindigt in Cooke City. De rook van zeven nieuwe bosbranden in Montana maken - helaas - de lucht wel weer enigszins heiig.
De weg stijgt al gauw sterk en is erg bochtig. Over 11 kilometer hebben we de ene na de andere haarspeldbocht, de zgn. Rock Creek Switchbacks. Na iedere haarspeldbocht volgt weer een ander, prachtig uitzicht op de ruige bergtoppen van meer dan 3.650 meter hoog, eeuwige sneeuw, steile rotswanden met veel los liggende rotsen en ontwortelde bomen, in de diepte de vallei.

Op 2.800 meter hoogte ligt het uitkijkpunt Rock Creek Vista Point. Op de parkeerplaats staan meer motoren dan auto’s. Het is ook niet voor niks Motorweg 1 in Amerika. Vanaf de parkeerplaats lopen we over een kort verhard pad naar het uitkijkpunt. Beneden ons zien we de vele haarspeldbochten liggen die we gereden hebben. Voor ons liggen de besneeuwde bergtoppen. We struikelen bijna over de bedelende eekhoorns die vlak voor onze schoenen rechtop gaan staan. De eekhoorns eten uit de handen van stoere motorrijders, gekleed in zwart lederen jassen en overbroeken.

We rijden inmiddels boven de boomgrens in een toendragebied met grassen, lage planten en wilde bloemen.  De wind blaast steeds harder, de temperatuur zakt gestaag. Langs de weg liggen steeds meer kleine sneeuwvelden. Geen temperaturen meer voor een korte broek en shirt zonder mouwen. We steken de staatsgrens over en komen in de staat Wyoming. De sneeuwvelden zijn zelfs in de zomer nog meters diep. Donkergroene gletsjermeren liggen aan de voet van de sneeuw. Een roofvogel zweeft op de wind over de bergtoppen.






In de verte zien we een puntvormige rots. De Crow Indians noemden deze rots Na Pet Say; dat betekent Bear’s Tooth (berentand). We zijn op de Beartooth Pass, het hoogste punt van de route op 3.337 meter. Vanaf de parkeerplaats van West Summit Overlook loopt een kort pad naar een weids uitzicht over het Beartooth Plateau en de Absaroka Mountains. Toeristen fotograferen elkaar bij het bord van de pas.

We gaan dalen. De omgeving is veel minder ruig, we rijden door een rotsachtige, groene vallei met bomen, struiken en meertjes. Langs de rotsen groeien de gele bloemetjes weelderig. Na een paar kilometers dalen stoppen we bij een winkel met de toepasselijke naam ‘Top of the World Store’. Eigenlijk is het meer een top of the world resort. We kunnen niet alleen souveniers, eten, drinken en benzine kopen maar ook visspullen, roeiboten en kano’s huren en slapen in het motel.
We slaan linksaf en rijden op de Chief Joseph Scenic Highway. Deze bergweg is 74 kilometer lang, en eindigt vlakbij de plaats Cody in Wyoming. The Chief Joseph Scenic Byway is niet alleen maar een toeristische route. De weg volgt voor een groot gedeelte de route van Chief Joseph toen hij met zijn stam, de Nez Perce, in 1877 op de vlucht was voor de Amerikaans Cavalerie. We proberen ons voor te stellen hoe de 800 Indianen in deze ruige vallei - tevergeefs - uit handen van de soldaten probeerden te blijven.
We rijden de route tot aan de hoogste brug, de Sunlight Creek Bridge, van Wyoming. De roestbruine brug staat over een diepe kloof. Dan gaan wij de staatsgrens weer over en zijn terug in Montana. Wij komen in de buurt van het plaatsje Cooke-City, waar wij vannacht slapen.

Na het eten rijden we voor het eerst Yellowstone National Park in. We gaan kijken of we wild life kunnen zien in de open vallei Lamar Valley. In dit gebied leven talrijke dieren, zoals wolven, grizzlyberen, bruine beren, adelaars, coyotes, poema’s, elanden, antilopes en bizons. We hebben honderden dieren gezien. Nou waren dat wel bijna allemaal bizons, op een na: een witstaarthert. We hebben wel een kwartier in de bizonfile gestaan. De bizonstieren gingen op de weg staan, zodat de vrouwtjes en jonkies konden oversteken. Met een hoop kabaal imponeerden de stieren de vrouwtjes en de automobilisten die braaf bleven wachten.


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Golden Circle (dag 1)

Onze snorkeltochten op Bonaire

Inscheping