In onze rondreis door Zuidwest Amerika reizen we door vier staten. Het merendeel van onze rondreis zitten we in Californië. We komen ook in Nevada, Arizona en Utah.
Vandaag reizen we zelfs door deze drie staten. De komende drie dagen zitten we in Utah. We hebben dan te maken met een tijdsverschil van een uur. Onze dag duurt vandaag dus maar 23 uur.
Onderweg zien we voor het eerst langs de weg waarschuwingsborden voor overstekende bergschapen. Op de doorgaande weg ligt zelfs een wildrooster. Het landschap wordt ook weer bergachtig. We komen langs de Hooverdam. De Hooverdam ligt op 48 km rijden van Las Vegas. De dam ligt op de grens van de staten Arizona en Nevada. De dam is gebouwd in de jaren dertig van de vorige eeuw en is 221 m hoog. We stoppen kort even om een paar foto’s te maken.
We rijden om Lake Mead heen. Lake Mead blijkt een nationaal park te zijn. Aan het begin van het park ligt een groot meer dat als reservoir dient om het water uit de Coloradoriver op te vangen. Het is een recreatiegebied. Mensen liggen aan het strand of zijn op het water met een boot en jetski aan het varen. Na een poosje rijden zien we het meer niet meer. We komen in een prachtig onherbergzaam gebied. Het landschap is ruig, droog en dor. Voor mensen een onbewoonbaar gebied. De rotsen veranderen bij iedere bocht van kleur en vorm. Beplanting op de rotsen is nauwelijks mogelijk. Langs de weg groeien wel kleien struikjes. Bij de picknickplaats Redstone zien we onze eerste dieporanje zandsteenformaties.
Via de Northshore Road komen we aan bij de oostelijke ingang van het Valley of Fire State Park. Valley of Fire kent een woestijnklimaat. Het regent er nauwelijks en in de zomermaanden worden regelmatig temperaturen boven 40 graden gemeten. Vandaag is het niet anders. Om 12 uur ‘s middags is het al 39 graden.
Valley of Fire is een Statepark. Bij de ingang van het park staat een brievenbus met envelopjes. We schrijven onze gegevens op de envelop en stoppen er 10 dollar in. Het kaartje scheuren we eraf en leggen we in de auto. Bij de brievenbus begint ook de Elephant Rocktrail. Dit is een rondwandeling van bijna 2 kilometer. We doen onze pet en zonnebril op, smeren ons in met zonnebrandcrème en pakken een flesje water. De Elephant Rock is de eerste bijzondere rotsformatie in het park. Geen twijfels over de naam, de rotsformatie lijkt sprekend op een olifant. De slurf raakt de grond. Bij de rotsformatie ontdekken we ook dat de Elephant Rock ook vanuit de auto te fotograferen is. De rots ligt direct langs de weg.
Even verderop liggen aan de linkerkant van de weg The Seven Sisters, een formatie van zeven oranje zandsteenrotsen. Wanneer we uit de auto stappen, zien we eekhoorntjes zich razendsnel verstoppen onder de rotsen. Eekhoorntjes verwachten we in dit park helemaal niet. Ze zijn ook heel klein.
We rijden verder naar het Visitor Center en slaan rechtsaf, de White Domes Road op. Het is een prachtige route van 10 kilometer. Aan beide kanten van de weg liggen enorme rotsformaties. Bij het uitkijkpunt Rainbow Vista stoppen we. Het uitkijkpunt is schitterend. Rotsformaties van allerlei verschillende kleuren liggen aan onze voeten. De weg slingert zich naar boven. Aan het einde van de weg parkeren we de auto. Om ons heen zien we hoge, kleurrijke zandsteenformaties. Hier begint de White Domes Loop Trail van 2 km. Het is een rondwandeling van 45 minuten. Het eerste gedeelte van de wandeling is moeilijk. Door het rulle zand en rotstreden dalen we langzaam af. In de struikjes horen we geritsel van dieren. Plotseling steekt er een beestje vlak voor ons over. We schrikken. In dit gebied leven ook slangen en tarantula’s. Maar het is een hagedis die we snel op de foto zetten. We lopen langs een ruïne van een filmset van The Professionals en komen in een canyon. De wandeling wordt vlakker. We genieten van het uitzicht en de prachtige rotsformaties om ons heen.
Met twee flesjes water minder in onze auto rijden we de White Domes Road deels terug. Bij Mouse’s Tank stappen we weer uit. We lopen door een smalle, bochtige canyon die 400 meter langs is. De schaduw is heerlijk. Het zand is oranje. Op verschillende zwart geblakerde plaatsen zien we rotstekeningen van Indianen. Bij Mouse’s Tank kunnen we niet meer verder. Mouse’s Tank is een bassin met water en is vernoemd naar een lastige Indiaan.
We komen in het noordelijke deel van het park. Net voor de uitgang ligt Atlatl Rock. Op de rots zijn rotstekeningen te zien. De rotstekeningen zitten zo hoog, dat er een 12 meter hoge trap geplaatst is. Even verderop ligt Arch Rock is een rotsboog met een opening van ongeveer 4 meter breedte. Door wind en regen is de boog ontstaan. De verharde weg wordt een onverharde weg. We zien allerlei roodgekleurde zandsteenformaties die op bijenkorven lijken. Ze heten dan ook The Beehives.
Inmiddels is het al half 5 (of eigenlijk half 6 in Utah). We hebben nog zeker anderhalf uur te rijden naar St. George, dus we besluiten het park te verlaten. Het is een prachtig park, met schitterende rotssteenformaties.
Snorkelen vinden we erg leuk. Iedere dag liggen we wel een paar uur in de zee. Eerst nog wat onwennig, maar al gauw gaat het steeds beter. Het ademen via de snorkel lukt eigenlijk gelijk. Nooit gedacht dat drijven op het water zo makkelijk is. Wat is de onderwaterwereld van Bonaire mooi: We snorkelen veel met een t-shirt aan. Door al het moois wat onder water te zien is, gaat de tijd snel voorbij. De zon brandt fel. En met snorkelen liggen we toch voor een deel boven water. Op een dag met veel bewolking even vergeten in te smeren. Nou, ook een zon achter bewolking straft direct. Toch een paar goed verbrande plekken op de benen gehad. De snorkelbril opzetten vraagt enige aanpassingen tijdens de snorkeltochten. De eerste dagen hebben we last van water in de snorkelbril. We lezen op internet allerlei tips. Belangrijk is dat er geen haar tussen het gezicht en de rand van het masker komt. Dus haren in een staart doen bij lang haar, bij een snor of een pony een kwestie van goed langs...
Net als negen jaar geleden hebben wij een reis geboekt bij zuidafrikaspecialist.nl, een grote internet touroperator die zich met name richt op de Nederlands sprekende vakantiegangers. Bij de organisatie werken Nederlanders, Belgen en Zuid-Afrikanen, zowel vanuit Zuid-Afrika als Nederland. We hebben steeds prettig contact gehad met Lies, een Belgische medewerker die zelf in Zuid-Afrika woont en werkt. Twee maanden voor vertrek hebben we nog even getwijfeld of we deze reis wel moesten ondernemen. Verontrustende berichten in het AD over een overval en gijzeling van twee Nederlanders door zes gewapende mannen en een eerder bericht waarbij de chauffeur van een rijdende auto door de hand werd geschoten en overvallen, gaven bij ons behoorlijk wat twijfels over de veiligheid in Zuid-Afrika. Maar Lies nam de twijfels gauw bij ons weg. Zij vertelde dat beide overvallen in de buurt van een township waren gebeurd. Wij reizen over de hoofdwegen door de meest veilige provincie van Zuid-Afrika, ...
De B&B ligt vlak bij de luchthaven. Dat was gisteravond heel fijn, maar het luchtverkeer gaat in Johannesburg dag en nacht door, dus af en toe horen we in bed wel een vliegtuig landen of opstijgen. De koffers zijn niet uitgepakt, dus we kunnen gauw uitchecken. Om 9 uur staat onze huurauto voor de deur. We rijden in een Nissan Magnite, met automaat. In Zuid-Afrika rijden ze links, dus dan is een automaat toch wel fijn. Even weer omdenken want de ruitenwisser zit nu links en de richtingaanwijzer zit rechts in de auto. Dus bij de eerste kruising zwaaien de ruitenwissers nog over de ramen, maar het went weer snel. Op naar Mabula Game Reserve, bijna 200 kilometer noordelijk vanaf ons eerste overnachtingsadres. Net voorbij Pretoria - op de N1 richting de hoofdstad Polokwane van de provincie Limpopo - maken we kennis met het electronische tolsysteem in Zuid-Afrika. Onze huurauto heeft een e-tag. Zodra we onder de elektronische tolpoort rijden, horen we een ‘piep’. De tag registreert ons e...
Reacties
Een reactie posten