Glacier National Park (dag 1)

Glacier National Park grenst aan het Waterton Lakes National Park in Canada, dat we vorig jaar bezocht hebben. Samen vormen deze twee parken het Waterton-Glacier International Peace Park. Van de West Entrance naar de Saint Mary Entrance van het park loopt de 80 kilometer lange Going-to-the-Sun Road. Een groot deel van het jaar is de weg door de sneeuw gesloten. De weg is smal en sommige gedeeltes zijn steil. Een deel van de weg is uitgehouwen in de rotswand Garden Wall met aan één zijde van de weg een honderden meters diepe afgrond. We verheugen ons er nu al allebei op ….

Vanuit Kalispell rijden we het park via de West Entrance binnen. Al gauw bereiken we Lake McDonald. De Kootenai-stam noemde het meer ‘Sacred Dancing Lake’. Aan de oever van het meer hielden de indianen allerlei ceremonies. Het meer is het grootste van de 653 meren binnen het park. Het meer is 16 kilometer lang en 150 meter diep. De bergen spiegelen in het ijskoude en kristalheldere water. We kunnen echter nergens stoppen om een paar foto’s te maken. De parkeerplaatsen zijn voor onderhoud gesloten.



Maar dat wordt al gauw goed gemaakt. Langs de weg loopt een elk (wapiti) ons tegemoet. Het is nog een jong beestje, het gewei is nog met dons bedekt. Het beestje blijft rustig op de weg lopen. Pas na het passeren van onze auto, zet het beestje de draf erin en loopt parmantig weg.


De weg buigt af naar het westen, om even verder weer scherp naar het oosten te draaien. Dit gedeelte van de weg wordt “The Loop” genoemd. Oberlin Bend, Big Bend en Haystack Creek zijn maar een paar van de vele uitzichtpunten.

Het is prachtig weer, geen wolkje te zien en toch vallen er druppels op de voorruit. Gelukkig maar 35 meter en dat komt allemaal door de Weeping Wall. Uit de rotswand stroomt water. Dit is niet door de natuur ontstaan maar als gevolg van de aanleg van de weg. De waterstromen zaten als aderen in de berg. Door de aanleg van de weg zijn deze doorgesneden en zoekt het water een andere weg. Het water komt het laatste stuk over de rotsen en loopt dan over de weg.

We komen op het hoogste punt van de weg, de 2.036 meter hoge Logan Pass. In de winter valt wel tot 30 meter sneeuw op de pas. De Logan Pass ligt op de Continental Divide. Dat wil zeggen dat de stroomgebieden van de verschillende rivieren op het continent die uitkomen in de Grote Oceaan gescheiden worden van die van de rivieren die uitkomen in de Atlantische Oceaan. Teleurstellend is het dat we niet op de Logan Pass kunnen stoppen. De parkeerplaats staat helemaal vol. En eigenlijk geldt dat voor veel stopplaatsen in de omgeving. Omdat vorig jaar door een grote bosbrand het park deels gesloten was, is het nu extra druk.

We besluiten onze (wandel)plannen voor vandaag maar op ‘on hold’ te zetten. Morgen maar vroeg opstaan en rechtstreeks naar Logan Pass rijden. Op zoek vandaag naar verrassingen op het tweede gedeelte van de Going-to-the-Sun-road.


Na het hoogste punt volgen de uitzichtpunten zich weer snel op: East Side Tunnel, Siyeh Bend, Jackson Glacier Overlook, Sun Rift Gorge. Door de drukte hebben we geen idee bij welk uitzichtpunt we stoppen. Zodra we een lege parkeerplek zien, rijden we er met de auto in en genieten van de omgeving.

Bij Sun Point lunchen we. We zien dat er vanaf de parkeerplaats een wandeling loopt naar de watervallen Baring Falls en St. Mary Falls. Normaal zijn we voorbereid en weten we precies hoe zwaar een wandeling is en hoe lang we erover doen. Nu wordt het improviseren, dus een paar flessen water en een banaan nemen we voor de zekerheid maar mee in de rugzak.


De wandeling gaat door een gebied waar in 2006 een grote bosbrand (the Red Eagle) heeft gewoed. De bomen met zwart geblakerde stammen en bladerloze takken staan tussen een wildernis aan kleurrijke planten en struiken. Bijzonder om te zien dat in twaalf jaar tijd er al weer zoveel groeit. Boven langs het meer St. Mary lopen we naar de watervallen. Bij waterval St. Mary springen kinderen van rotsen van zeker vijftien meter hoog in het ijskoude water. Sommigen hebben wat aanmoedigingen nodig, maar terug kunnen de kinderen niet meer met zoveel toeschouwers.


Tegen 4 uur zijn we weer terug. We zijn nog maar net van de parkeerplaats af of we belanden in een verkeersjam. Op de weg is het een grote chaos van stil staande auto’s en mensen in de berm. Zou het een wild dier zijn? Omdat we zien dat mensen staan te wijzen, stappen we uit de auto. En dan zien we aan de oevers van een klein meertje een eland staan. Het is een mannetje, met een enorm gewei. De eland drinkt uit het water en zoekt vervolgens verkoeling in het water. Hij stopt z’n kop helemaal onder water. We blijven even kijken en horen dan dat er even verderop een mamabeer met twee jonkies is gespot. Maar het is onmogelijk om onze auto weg te rijden. En als het wel lukt, is het te laat. De beren zijn in geen velden of wegen meer te zien.

We komen aan in St. Mary, waar we twee nachten slapen. Bij de receptie staat in het systeem dat we maar een nachtje blijven, maar we hebben toch echt twee nachten geboekt. Gelukkig is de kamer nog vrij. We lopen nog even naar het winkeltje om te kijken of de schappen met alcoholische dranken leeg zijn. We hebben namelijk een hele bijzondere e-mail ontvangen, namens de Blackfeet Indians:



En we logeren precies tijdens Heart Butte Society Celebrations in St. Mary. Dat wordt dus geen alcohol voor Ben.


Reacties

  1. "Jaaaa, ik heb hem!" Nice moose. Die hadden we nog niet gezien. Hij was zeker wel groot.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Precies een jaar nadat we de beren hadden gezien. Had je zeker wel bij willen zijn?

      Verwijderen
  2. Toch nog een keer een eland in het wild kunnen zien!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Golden Circle (dag 1)

Onze snorkeltochten op Bonaire

Inscheping